Ziektes van de fret

Diergeneeskundig Centrum West informeert u hier over de meest voorkomende ziektes bij de fret en wat u daaraan kunt doen.

Meest voorkomende ziektes van de fret

Oormijt

behandeling van uw fret

Oormijt (Otodectes cynotis) is een kleine parasiet die in grote groepen als torretjes in de oren van de fret kunnen rondkruipen. Ze kunnen veel schade aanrichten en zelfs de oorzaak zijn van het overlijden van de fret. Behandeling is dus zeker noodzakelijk! Oormijt komt vaak voor bij fretten; ze worden door de moeder besmet in het nest.  Verder springt oormijt makkelijk over via (kort) onderling contact tussen fretten. De parasiet veroorzaakt een flinke ontsteking van de gehoorgang.

Symptomen

Fretten vertonen weinig signalen dat ze ziek zijn, dat geldt ook voor een infectie met oormijt. Symptomen kunnen zijn: krabben aan hun oren door de jeuk, schudden met de kop, of schuren met de kop over de grond.

Met het blote oog is aan de buitenkant van de oren niet te zien of een fret oormijt heeft. Het bruin of bruinzwarte oorsmeer, vaak zichtbaar in de oorschelp, zegt niets over de aanwezigheid van oormijt. Alleen met een ‘otoscoop’ (oorkijker) wordt aangetoond of oormijt aanwezig is. Dan zijn de mijten als kleine bewegende speldenknopjes te zien.

Behandeling

Oormijt is eenvoudig te behandelen met het medicijn Stronghold® (selamectine). Dit middel is bij ons te verkrijgen. Het bestaat uit een makkelijk toe te dienen pipetje dat wordt leeggemaakt op de nek huid. Het medicijn verspreidt zich via het huidvet en is 1 maand lang werkzaam. Dit is normaliter lang genoeg om alle mijtjes die uit de eitjes voortkomen te doden. Selamectine is ook werkzaam tegen vlooien en wormen, al komen wormen bijna nooit voor bij fretten. Vaak is een eenmalige behandeling voldoende om oormijt volledig te doden. Bij een ernstige infectie zal na 1 maand nog een pipet toediening moeten worden gedaan.

Welke dosering moet ik geven?

• Fretten 400 – 1300 gram Een Stronghold® 15 mg pipet. Herhalen na 1 maand.
• Fretten > 1300 gram Een Stronghold® 30 mg pipet (dubbele dosis!). Herhalen na 1 maand.
• Fretten < 400 gram Stronghold® dosering aanpassen volgens schema dierenarts
• Jonge frettenpups Liefst pas behandelen indien zwaarder dan 400 gram.

Ziektes van de fret: Aleutian Disease Virus

In 2015 werd bekend dat uit Nieuw-Zeeland geïmporteerde fretten bijna allemaal waren besmet met het Aleutian Disease virus. Veel van deze fretten overleden op jonge leeftijd. Het virus kon zich verspreiden in Nederland en in de rest van Europa omdat de fretten pas na maanden of zelfs jaren ziek werden. Momenteel lijken er nog slechts enkele fretjes met dit virus aanwezig te zijn in Nederland.

Het Aleutian Mink Disease Virus (ADV) veroorzaakt de vervelende ziekte. Het virus valt onder de categorie ‘Parvovirus’ , nertsen, fretten en ander marterachtigen zijn vatbaar voor deze infectie. Het ADV is verre verwant van de Parvovirus variant voor honden en katten, maar verschilt heel erg van structuur.

Het verloop van de ziekte

Besmetting met ADV ontstaan door direct en indirect contact met lichaamsvloeistoffen zoals speeksel, bloed, ontlasting en urine. Onderzoek heeft aangetoond dat verspreiding van het virus alleen door intensief contact ontstaat. Ook kan het maanden tot wel jaren na de besmetting duren voordat een fretje ziek wordt. ADV zorgt ervoor dat er ontzettend veel antilichamen in het bloed komen. Normaal werken deze antilichamen als afweer tegen het virus en zouden de antilichamen het virus bestrijden. Om een nog onbekende reden gebeurt dit echt niet. Fretten kunnen door de antilichamen zogenaamde ‘immuuncomplexen’ opbouwen welke kunnen neerslaan in verschillende organen (bijvoorbeeld: nieren, blaas, lever, bloedvaten, galwegen, maagdarmkanaal en/of ruggenmerg) en daar ontstekingen vormen.

De symptomen

Een ADV infectie kan met een positieve CIEP test worden aangetoond. Hoewel de meeste fretten in Nederland die geïnfecteerd zijn wel ziek worden, verschillen de symptomen per fret sterk. De ernst van de ziekte is vooral afhankelijk van welke organen aangetast worden door de immuuncomplexen. Het is zelfs mogelijk dat een gezonde fret plotseling overlijdt zonder eerdere ziekteverschijnselen te hebben vertoond. Gelukkig gebeurt dit maar sporadisch en zijn bij de meeste fretten wel gedurende een periode symptomen zichtbaar. We zien hier vooral twee soorten ziektebeelden terug:

1. Chronisch progressief verlopend
Het dier wordt langzaamaan steeds zieker. Te herkennen symptomen zijn: slechter wordende vacht, gewichtsverlies, minder eetlust en algehele lusteloosheid. Daarnaast kan er ook bloed in de ontlasting te zien zijn of treedt er bloedarmoede op. Verder verslechtert bij veel fretten de functie van de lever en nieren. Andere mogelijke problemen bij een infectie met ADV zijn ontsteking van oog en/of long en hartproblemen.
2. Neurologische problemen
Dit ziektebeeld begint met een zwakke of verlamde achterhand en breidt mogelijk uit naar de voorhand. Het is mogelijk dat de fret herstelt van de neurologische symptomen.

Weest u ervan bewust dat bovengenoemde symptomen niet exclusief bij ADV horen – ze kunnen ook passen bij een andere ziekte. Om deze reden is het niet mogelijk om op basis van alleen de symptomen vast te stellen of het dier met ADV geïnfecteerd is.

De diagnose

Hoewel een 100% betrouwbare diagnose voor ADV niet is te bepalen, bestaan er meerdere testen die  betrouwbaar zijn en kunnen aangeven of de fret geïnfecteerd is met ADV of niet.

Eiwit-elektroforese van bloed: een deel van met ADV-besmette fretten heeft een aantoonbare stijging van een soort eiwitfractie (‘gammaglobulinen’) in het bloed.

CIEP (of CEP) test van bloed: deze test laat antilichamen tegen ADV in het bloed zien. Het is een erg betrouwbare test die afgelopen jaren wereldwijd veelvuldig is gebruikt in het testen van fretten en nertsen.

De behandeling

Er bestaat géén behandeling voor deze ziekte

Preventie

Er is geen vaccin beschikbaar. Fretten die positief zijn met de CIEP test bij voorkeur isoleren.

Wanneer testen met de CIEP test?

Pups kunnen getest worden vanaf 4 maanden leeftijd.

Ziektes van de fret: Bijnierproblemen

behandeling van uw fret

De naam doet vermoeden dat de twee kleine organen gelegen dicht bij de nieren, genaamd ‘bijnieren’, veel met elkaar te maken hebben, maar dit is niet het geval. Wat de bijnieren wel doen is het produceren van hormonen die essentieel zijn voor een goede stofwisseling. Vanaf 3 jaar  ontaarden bij de meeste fretten de bijnieren, wat inhoudt dat er op een moment teveel geslachtshormonen geproduceerd (androgenen, oestrogenen en progesteron) worden. Door een overschot aan geslachtshormonen wordt een fret ziek.

Vaak is het een goedaardig bijnierprobleem, echter kan het in enkele gevallen voorkomen dat het probleem zich ontwikkelt tot een kwaadaardig soort (een tumor).

Ziekteverschijnselen

In het eerste stadium van de ziekte komen symptomen in milde vorm voor in de lente, zomer of herfst. De symptomen komen in ernstiger en blijvende vorm terug in het opvolgende voorjaar.

De volgende symptomen zijn opgesomd in mate van frequentie, waar de eerste het meest voorkomend is en het laatstgenoemde minder voorkomend:

  • Kaalheid
    Komt zo goed als symmetrisch voor op de romp, kop of bij de poten. Het is mogelijk dat ze helemaal kaal worden. Vergis je niet met het ‘kale staarten syndroom’: deze ziekte komt alleen in de zomer voor en alleen de staart wordt kaal.
  • Droge en dunne vacht
  • Jeuk
    Soms is dit het enige wat de eigenaar van het fretje opmerkt. Het komt regelmatig voor dat fretten last hebben van jeuk zonder dat ze bijnierproblemen ervaren. Mocht de jeuk langdurig aanhouden of wordt deze steeds ernstiger, dan bestaat de kans zeker dat bijnierfunctie afwijkt.
  • Gezwollen vrouwelijk geslachtsorgaan (bij gesteriliseerd vrouwtje)
  • Seksueel gedrag bij gecastreerde/gesteriliseerde fretten
    Mannetjes gaan bijvoorbeeld weer dekken of vrouwtjes gaan met andere fretten slepen.
  • Meer aanwezige lichaamsgeur
    De toename in geslachtshormonen veroorzaakt een hogere vetsecretie van de huid.
  • Minder actief (minder speels, meer slapen)
  • Gewichtsverlies
  • Moeite met plassen (bij mannetjes)
  • De hormonen veroorzaken een vergrote prostaat wat het lumen van de plasbuis dichtdrukt. Dit kan levensgevaarlijk zijn! In sommige gevallen is dit het enige symptoom.

Het aantal zichtbare symptomen per fret verschilt. Opvallend is wel dat de meeste fretten (deels) kaal worden en ook hebben 60% van de fretten last van een bijnierprobleem.

Diagnose

Op basis van de symptomen, een bloedonderzoek en een zorgvuldige buikpalpatie (het betasten van de buikorganen) kan de diagnose worden gesteld. Soms kan ook een echo van de buik nodig zijn, maar gezien het smalle formaat van de bijnieren zijn (kleine) afwijkingen vaak niet goed zichtbaar. Daarnaast kan een echo het verschil in hardheid en stevigheid niet laten zien.

Hoe komt het dat fretten last hebben van ontaarde bijnieren?

Sommige onderzoeken geven aan dat bij een oudere fret de hersenen  hormonen produceren die de bijnieren overstimuleren. Het gevolg hiervan is dat de bijnieren te veel geslachtshormonen produceren. Het overschot aan geslachtshormonen zorgt ervoor dat het fretje ziek wordt. Zo kunnen de hormonen inwerken op de huid, geslachtsorganen, de prostaat en het beenmerg.

Omdat de hormonen vanuit de hersenen beide bijnieren beïnvloeden, zijn vaak beide bijnieren beschadigd. Het komt regelmatig voor dat ze na elkaar problemen geven. Daarom kan het zo zijn dat bijvoorbeeld een jaar na verwijdering van een aangetaste bijnier, de andere bijnier problemen gaat vertonen.

Hoewel er helaas nog weinig bekend is over de oorzaak, wordt er veel onderzoek naar gedaan. Zo analyseert de Universiteit van Utrecht de rol van castratie/sterilisatie van jonge fretjes in relatie tot het ontstaan van bijniertumoren en dat verband lijkt wel degelijk te bestaan.

Wat is de beste behandeling?

Hormoonimplantaten (levenslang) vormen de beste behandeling van bijnierproblemen.

Het voorkomen van bijnierproblemen

De Universiteit van Utrecht onderzoekt of jonge gecastreerde/gesteriliseerde fretten minder last krijgen van bijnierproblemen. Zij verwachten dat dit wel het geval is. Om te voorkomen dat er bijnierproblemen optreden, kunt u bij gezonde gecastreerde/gesteriliseerde fretten vanaf 5-6 jaar leeftijd een implantaat laten zetten.

Ziektes van de fret: Het hart

Dilatoire cardiomyopathie (DCM)

DCM is een vaak voorkomende hartaandoening bij fretten vanaf middelbare leeftijd. DCM wordt ook wel ‘congestieve cardiomyopathie’ genoemd en tast specifiek de hartspier aan. Als gevolg van de ziekte kan de hartspier niet goed genoeg meer samentrekken. Dit leidt ertoe dat het bloed niet voldoende meer wordt rondgepompt, wat ervoor kan zorgen dat er bloed (vocht) achterblijft in/rond de longen of in de buikholte.

Een vroeg symptoom van DCM is minder activiteit. Een deel van de fretten heeft last van verminderde eetlust en verliest daardoor gewicht. In een later stadium van DCM zijn fretten door het vocht in/om de longen erg benauwd. Het kan dan voorkomen dat ze hoesten, maar dit is niet altijd het geval. Als er vocht ophoopt in de buikholte kan de buik dikker worden en zelfs erg toenemen qua grootte. Het kan dus ook zijn dat de ziekte leidt tot gewichtstoename.

Hypertrofische cardiomyopathie (HCM)

HCM leidt tot een verdikte hartspier. Het gevolg hiervan is dat er niet genoeg ruimte overblijft om het bloed goed rond te pompen. Door een trombus kan er plotseling een verlamming van één of beide achterpoten ontstaan. Deze hartpatiënten lopen namelijk risico op bloed klontering. Hierdoor lopen kleine bloedstolsels vast in de nieren of in de vertakkingen van de grote lichaamsslagader naar achteren. Om deze reden kunnen deze patiënten dezelfde ziekteverschijnselen hebben als DCM-patiënten. Op basis van de symptomen, het luisteren naar het hart en een röntgenfoto van de borstholte samen met een ECG (hartfilmpje) of een hart echoscopie kan er een diagnose worden vastgesteld.

De behandeling van hartproblemen

Voor de juiste behandeling is het nodig om te weten aan welke soort hartaandoening het fretje lijdt. De soort hartaandoening bepaalt welk medicijn wel en niet gebruikt moeten worden. Waar sommige medicijnen bij de ene hartaandoening vermeden moeten worden, zijn ze juist essentieel in de behandeling van een ander soort hartaandoening.

Beschadigingen aan het hart zijn niet te herstellen – dit betekent dat het fretje levenslang medicijnen nodig zal hebben. Wanneer de juiste combinatie van medicijnen wordt gebruikt voor de soort hartaandoening waar het fretje aan lijdt, zal in de meeste gevallen het dier hier goed op reageren. Voor het behandelen van een hartaandoening is een combinatie van meerdere medicijnen nodig.

Ziektes van de fret: Insulinomen

Insulinomen komen vaak voor bij fretten vanaf 3 jaar leeftijd. Deze ziekte uit zich in de alvleesklier in kleine soort tumoren van insuline producerende cellen. Insuline is een hormoon dat noodzakelijk is om suiker (glucose) in het bloed beschikbaar te maken voor lichaamscellen. Wanneer er kleine tumoren van deze cellen in de alvleesklier ontwikkelen, raakt de insulineproductie te hoog waardoor het bloed een te laag suikergehalte krijgt.

In dit geval kunt u spreken van een ‘omgekeerde suikerziekte’, aangezien suikerziekte leidt tot een insuline tekort en insulinomen juist tot een insuline overschot.

De meest aangewezen oorzaak voor het ontstaan van insulinomen betreft de langdurige overstimulatie van alvleeskliercellen. Dit wordt veroorzaakt door een te hoge hoeveelheid suikers en koolhydraten in voeding. Kattenvoer maar soms ook frettenvoer bevatten veelal te veel koolhydraten. Natuurlijke voeding kan ook rijk zijn aan (natuurlijke) suikers, zoals rozijntjes.

De ziekteverschijnselen

Beginverschijnselen komen in periodieke aanvallen voor. De volgende opsomming bevat de eerste symptomen:

  • Staren binnen een ruimte voor een paar secondes
  • Zwakte van de achterhand waardoor het achterlichaam kan omvallen
  • Minder activiteit en meer slapen
  • Gewichtsverlies
  • Moeilijk wakker worden na het slapen
  • Kwijlen en met de pootjes aan de bek krabben

De periodieke aanvallen kunnen tussen een aantal dagen of weken voorkomen. Wanneer de ziekte langer voortduurt, treden de volgende verschijnselen op:

  • Erg sloom zijn, waardoor het fretje ook heel veel slaapt
  • Ernstige vermagering
  • Toevallen, coma, sterfte
  • Plotselinge sterfte zonder duidelijk voorgaande symptomen

Het stellen van de diagnose

Er kan een diagnose gesteld worden door het bloedsuikergehalte (glucose) te meten na 4 uur vasten. Wanneer het bloedsuikerpeil te laag is en uw fret ziekteverschijnselen vertoont, is er een sterkte aanwijzing voor insulinomen. Wanneer andere mogelijke oorzaken voor een laag bloedsuikergehalte uitgesloten kunnen worden, kan de diagnose vrij zeker worden gesteld. De kleine tumoren die de insulinomen veroorzaakt zijn niet op een echo te zien, vandaar dat een echo niet nodig is om de diagnose te stellen.

Behandeling

Insulinomen kunnen het beste chirurgisch worden verwijderd. Echter verhelpt de operatie niet het gehele probleem. Ondanks de verwijdering ontstaan er in de loop van tijd op andere plekken in de alvleesklier nieuwe kleine tumoren. In het beste geval blijft uw fretje 2-3 jaar vrij van insulinomen, maar het kan ook zo zijn dat er eerder klachten optreden. In zo’n geval zal een medicinale therapie worden begonnen. Deze medicijn doseringen zijn gelukkig dan wel lager dan als er geen chirurgische verwijdering heeft plaatsgevonden.

Twee soorten medicijnen kunnen worden gebruikt: één die het bloedsuikergehalte verhogen en één die de afgifte van insuline remmen. Toch verminderen deze medicijnen niet de groei van de tumoren. Andere nadelen van de medicatie zijn dat ze bijwerkingen hebben en dat er steeds hogere doseringen nodig zijn voor het gewenste effect en. Voor het bepalen van de juiste dosering moet uw fretje’s bloed regelmatig worden gecontroleerd.

Het is essentieel dat uw fret regelmatige eiwitrijke voeding eet. Wanneer de bloedsuiker te veel daalt, in zo’n geval treedt er een ‘hypo’ op, en het fretje duidelijk de eerdergenoemde verschijnselen vertoont, is het cruciaal om het fretje zo snel mogelijk suiker te geven. Druivensuiker in poedervorm is hiervoor een snelle en effectieve optie. Dit poeder kan met een theelepeltje in de bek worden toegediend. Uw fretje hoeft niet te slikken aangezien de suiker door het mondslijmvlies snel wordt opgenomen.

Als uw fretje onder 7 jaar oud is, is het diertje in goede staat om chirurgie als behandeling te ondergaan. Het fretje zal voor langere tijd medicatievrij zijn. Wanneer de klachten terugkeren, kan de behandeling voortgezet worden door middel van medicijnen. Uw fret heeft de hoogste overlevingskansen door een chirurgische behandeling, gevolgd door medicijnen en kwalitatieve voeding te combineren.

Ziektes van de fret: Lymfoom

Een zwelling van lymfatisch weefsel wordt ook wel een ‘lymfoom’ genoemd. De zwelling van het weefsel kan optreden in inwendige organen zoals de milt en lever. Wanneer de ziekte optreedt bij jonge fretjes tussen de 1-2 jaar, verloopt de ziekte in veel gevallen snel. De hierbij meest voorkomende variant heet het ‘mediastinaal lymfoom’ en treedt op in de borstholte. De zwezerik groeit snel en drukt door het groter wordende volume de longen weg. Deze ziekte heeft bij oudere fretten een chronischer verloop. Bij deze variant raken vooral de in- en uitwendige lymfeklieren en de inwendige organen beschadigd.

Bij jongere fretten herkent u het ‘mediastinaal lymfoom’ aan plotselinge benauwdheid, en eventueel slecht eten, gewichtsverlies en lusteloosheid vooraf. Daarnaast kunnen ook hoesten en het opbraken van voedsel symptomen zijn.

Wanneer de fretten ouder worden zijn de te herkennen symptomen afhankelijk van de organen die aangetast zijn door de ziekte. Algemene klachten als slecht eten, gewichtsverlies en lusteloosheid zijn frequent aanwezig. Overige potentiele symptomen zijn braken, milde benauwdheid, chronische diarree, geelzucht en zwakte in de achterhand.

De diagnose

Om de diagnose bij jongere fretten te stellen, geeft het maken van een röntgenfoto een indicatie. Op zo’n foto is dan te zien of er voorin de borstholte een massa zichtbaar is, die zich ook flink naar achter uitbreiden kan. De diagnose wordt definitief door een weefselcelonderzoek van een biopt uit te voeren met een dunne naald uit de borstholte.

Voor diagnose bij oudere fretten kunnen opgezette in- en uitwendige lymfeklieren voelbaar zijn. Hoewel röntgenfoto’s en een buikecho meer informatie kunnen geven, is het weefselonderzoek doorslaggevend in het stellen van de diagnose. Omdat biopten met een dunne naald van de opgezette klieren niet goed op zichzelf beoordeeld kunnen worden door de patholoog, is het beter om de lymfeklier geheel te verwijderen en op te sturen voor nader onderzoek.

NB: Opgezette lymfklieren of een grote milt zijn niet symptomen die slechts bij een lymfoom passen. Opgezette lymfklieren komen namelijk ook voor bij ontstekingen rondom lymfeklieren en een grote milt is een veelvoorkomender symptoom van (reactie op) problemen in de buikholte dan van een lymfoom. Houd hier dus rekening mee!

De behandeling

Door middel van corticosteroïden of chemotherapie kan een lymfoom worden behandeld. Corticosteroïden werkt goed als een tijdelijke behandeling van een paar maanden tot soms langer dan een jaar. Gezien de bijwerkingen van dit medicijn is een aandachtige begeleiding nodig. Chemotherapie vereist een intensieve begeleiding. Aanvullende medicatie en aangepaste voeding ondersteunen het herstel zodat uw fretje de behandeling zo goed mogelijk doorstaat.

Ziektes van de fret: Maagdarmaandoeningen

Langdurige afwijkende ontlasting kan ontstaan door een maagdarmprobleem. Plotselinge sterfte bij jongvolwassene fretten is ook een symptoom van een maagdarmaandoening.

Een Helicobacter gastritis (maagontsteking) is een van de meest aanmerkelijke maagdarmproblemen. Vanuit deze maagontsteking kunnen verschillende problemen aan de spijsverteringsorganen optreden.

Prednison en pijnstillers zijn medicijnen die bij langdurig gebruik vrijwel altijd het maagdarmslijmvlies beschadigen. Hierom kunnen zij het beste voorzichtig en in lage doseringen toegediend worden. Alleen bij uiterste noodzaak zal een combinatie van deze medicatie worden toegediend.
Het kan voorkomen dat fretten hun eetlust wisselt of vermindert. Regelmatig is het diertje minder actief en minder speels. ‘Plat liggen’ gebeurt regelmatig waarbij het fretje door de poten zakt tijdens het lopen en een starende blik in de ogen vertoont. Niet veel later lijkt er niets aan de hand te zijn. Soms komt het echter voor dat het fretje juist erg onrustig of hyperactief is. Ook kunnen sommige fretten bijterig gedrag vertonen jongens de eigenaar of andere fretten. Wanneer fretten braken, zit er vaak iets niet goed aangezien het dieren zijn die niet gemakkelijk braken.

Symptomen

Afwijkende ontlasting is een veelvoorkomend symptoom van maagdarmproblemen bij fretten. Afwijkingen komen in verschillende vormen voor: breiig in consistentie, dun als koeienvlaai of zelfs als water, of de consistentie bevat ‘zaadjes’ – dit is een gevolg van een gebrekkige opname van voedingsstoffen. Het kan ook voorkomen dat de ontlasting slijm bevat met eventueel rood bloed. Verder is een (tijdelijk) groen uitziende ontlasting een regelmatig symptoom. Dit wordt veroorzaakt door geïrriteerde darmen waarbij de ontlasting te snel door het darmkanaal gaat. Wanneer de ontlasting juist een zwarte kleur heeft, een plakkerige consistentie en op teer lijkt, geeft dit een indicatie op een bloeding in het voorste deel van het maagdarmkanaal.

Wanneer de maagdarmaandoening aanhoudt, zal het fretje langzaamaan vermageren en verliest de vacht dikte en glans. Ook zal het diertje verschijnselen van misselijkheid vertonen, vaak na het eten. Specifieke symptomen van misselijkheid zijn: speekselen, smakken, tandenknarsen en met de pootjes aan de bek krabben. Verder kan het bijten van lappen, tapijt of andere materiaal stoffen een indicatie van misselijkheid zijn. Andere mogelijke indicatoren zijn een beetje dikke en opgezette buik in combinatie met een onprettig geurende ontlasting.

Diagnose

Door ‘palperen’ (voelen) kunnen bij klinisch onderzoek pijnlijke plekken in de buik worden geïdentificeerd. Vaak hebben patiënten opgezette lymfeklieren – dit zijn de ‘opruimorganen’ wanneer er problemen optreden in het maagdarmkanaal. Het kan voorkomen dat de opgezette lymfeklieren worden aangezien als een symptoom voor buikkanker. Bij deze fretten zijn vaak de milt (erg) vergroot, echter gaat het meestal om een goedaardige vergroting. De milt reageert voornamelijk op ontstekingen in de buik.

Bloedonderzoek kan eventueel een verhoogde ontstekingswaarde in de cellen aantonen. Het ‘protein-loosing’ syndroom kan voorkomen bij ernstige maagdarmklachten waarbij het eiwitgehalte in het bloed is verlaagd. Het aantal rode bloedcellen kan ook verlagen door middel van bloedverlies via het maagdarmkanaal of onvoldoende aanmaak bij langdurige problemen. Bij leverproblemen kunnen de leverenzymen verhoogd zijn.

Ontlastingonderzoek kan gebruikt worden om coccidiose en Giarda-infecties aan te tonen. Deze infecties komen vooral voor onder jonge fretten en op plekken waar veel fretten bij elkaar leven. Een bacteriologisch onderzoek van de ontlasting kan wederom helpen.

Met een röntgenfoto worden vreemde voorwerpen in de maag zichtbaar: denk aan haarballen, stukjes rubber, of zelfs oordopjes! Een röntgenfoto kan een mogelijke obstructie in de darm in de meeste gevallen bevestigen.

Langdurige maagdarmaandoeningen kunnen definitief vastgesteld worden door maag- en/of darmbiopten. Gezien het nemen van biopten niet makkelijk is, wordt er vaak een waarschijnlijkheidsdiagnose vastgesteld en wordt hiervoor de behandeling opgezet. Wanneer de symptomen niet verdwijnen, kan er via een ‘kijkoperatie’ maag- en darmbiopten worden genomen. De patholoog beoordeelt vervolgens met een microscoop de weefsels en informeert over de aanwezigheid van ontstekingen of tumoren.

Specifieke maagdarmaandoeningen

De Helicobacter maagontsteking

Een recent onderzoek onder Nederlandse fretten heeft aangetoond dat 80% van deze groep de Helicobacter Mustelae bacterie in de maag draagt. Bij niet alle fretten ontstaan er symptomen. Toch is maagzweer een van de meest voorkomende doodsoorzaken onder jongen fretjes. Stress en slechte voeding kunnen de impact van de ontsteking verergeren.

Zeker jonge fretjes (<1 jaar leeftijd) kauwen graag op zachte materialen als rubber, plastic en latex. Bij het kauwen kunnen zij stukjes doorslikken waardoor deze in de maag belanden. Ze kunnen daar maandenland blijven. Oudere fretten hebben eerder last van haarballen die gevormd worden in de maag doordat zij hun vacht likken.

De symptomen van bovenstaande problemen zijn niet duidelijk. Pas op het moment dat het voorwerp vastloopt in het dunnere darmkanaal wordt het fretje plots ziek en heeft het last van erge buikpijn en uitdroging. Als er geen snelle behandeling plaatsvindt, sterft het diertje binnen 2 dagen. Op basis van de ernst van het probleem wordt de behandeling bepaald – dit kan variëren van laxeren tot een acuut chirurgische operatie.

Darmontsteking

Een darmontsteking kan veel verschillende oorzaken hebben: virussen, bacteriën, protozoen, voedselintolerantie of andere niet te verklaren oorzaken. Het laboratorium kan een bacteriologisch onderzoek (kweek) uitvoeren door de ontlasting onder de microscoop te bekijken.

Sinds 2019 is het coronavirus in Nederland grootschalig opgedoken. Het virus wordt veroorzaakt door ECE (Epizootic Catarrhal Enteritis) en wordt ook wel ‘Groene-slijm ziekte’ genoemd. Het is een erg besmettelijk virus dat zich verspreid via contact met ontlasting van een besmet dier. De ernst van de besmetting hangt samen met de vitaliteit van het fretje. Jonge gezonde fretjes hebben vaak enkel een paar dagen last van diarree. Jonge pups, oudere fretten of fretten die aan chronische maagdarmproblemen lijden, kunnen wel ernstig ziek worden van het coronavirus.

Coccidiose en de Giardia-infectie zijn ziektes veroorzaakt door een parasiet in de darmen. De ziektes komen vooral in ernstige vorm voor bij jonge fretjes. De afweer van oudere fretten beschermt hen vaak van problemen met coccidiose. Alleen wanneer fretten hun darmkanaal afwijkt, bijvoorbeeld door een coronavirus infectie, kunnen zij wel last krijgen van deze infectie en is de beste optie om te behandelen. De infectie kan gemakkelijk door een ontlastingsonderzoek worden aangetoond.

Eosinofiele maag-darmontsteking

Hoewel fretten volledige vleeseters zijn, bevat frettenvoeding ook regelmatig plantaardige eiwitten zoals granen. Het kan voorkomen dat het maagdarmkanaal van sommige fretten reageert op de plantaardige eiwitten met de productie van een soort (eosinofiele) ontstekingscellen. Een gevolg hiervan is dat ze chronisch diarree krijgen met eventueel slijm en/of bloed en vermageren. Een definitieve diagnose kan pas gesteld worden na een maag- of darmbiopt. Hoewel corticosteroïden tijdelijk de symptomen kunnen verhelpen, is het beter om de oorzaak aan te pakken en het voedsel aan te passen.

Tumoren

Tumoren vanuit het maagdarmkanaal komen zelden voor.

Behandeling van maagdarmproblemen

De behandeling is afhankelijk van de oorzaak van het probleem. Bij een langdurige aandoening is veel onderzoek nodig en vervolgens vaak een langdurige behandeling. Om deze reden is het ook belangrijk de oorzaak van het probleem zo veel mogelijk te verhelpen.

Neem contact op

Heeft u vragen over Ziektes van de fret, of een andere vraag? Een betrokken enthousiast team, met toegewijde en ervaren dierenartsen en assistenten, levert de beste zorg voor uw gezelschapsdier.

Iedereen in Dronten, Swifterbant, Biddinghuizen, Lelystad, Kampen, IJsselmuiden en Zwolle, maar ook daar buiten is van harte welkom in onze dierenkliniek.

Neem contact met ons op